>>Toen ging ik zelf viral

Toen ging ik zelf viral

18-01-2019 | Algemeen

Toen ging ik zelf viral

Toen ging ik zelf viral…

Veel klanten willen het: een bericht dat viral gaat. Maar hoe doe je dat? Er is geen vaste formule voor. Natuurlijk kun je wel alle factoren creëren die helpen om een bericht viral te laten gaan. Zo werkt een commercieel geladen bericht veel minder goed dan een authentiek bericht, moet de inhoud veel mensen aanspreken (een grote doelgroep dus), moet het bericht makkelijk deelbaar zijn en liefst een groot maatschappelijk probleem of frustratie aansnijden - of enorm grappig of schattig zijn -.

Hoe leuk het ook is om intern te kunnen melden, ‘viral gaan’ is wat mij betreft nooit een doel op zich. Het heeft weinig meerwaarde ten opzichte van de uiteindelijke communicatiedoelstelling. Met één uitzondering. Soms, heel soms, is ‘viral gaan’ nodig om het uiteindelijke doel te bereiken. 

Viral voor succes

Zo stond ik eind vorig jaar zelf voor een dilemma. Ik had een probleem dat ik niet (alleen) kon oplossen met een goed fetargete campagne. Er was een onbekende factor, waarvoor ik met name  heel erg veel bereik moest hebben. Een ‘beetje viral’ was nodig voor succes.

Een boek uit het verleden

Wat was het geval? Ik ben nogal een boekenliefhebber. Ik vind het ook echt zonde als mensen oude boeken weggooien. Dat doet simpelweg een beetje pijn. Dus werp ik mij regelmatig op om oude boeken te verzamelen. Die boeken zoek ik uit en sorteer ik. Boeken die ik zelf wil lezen, lees ik eerst. Andere boeken gaan naar kennissen met eenzelfde ‘boekentic’. De rest breng ik naar de kringloop of rommelmarkt waar ik andere mensen er een plezier mee kan doen.

Eind vorig jaar zocht ik een doos met oude boeken uit. De doos had ik lang geleden via-via gekregen, ik wist dus niet van wie de boeken waren geweest. Bij het uitzoeken stuitte ik op iets bijzonders: een boek getiteld ‘Het huis dat Hitler bouwde’, met een persoonlijke brief erin geplakt. Het briefje bedankte de ontvanger voor ‘hulp tijdens de Duitse overheersing en bij het verkrijgen van een levenspositie’ erna na de oorlog. Erg persoonlijk dus. Voor mij was al snel duidelijk: dit boek moet terug naar de familie van de schrijver, of van de ontvanger. Maar hoe vond ik die mensen?

Zwolle

Het briefje was ondertekend, maar er stond geen adres bij. Met Google kwam ik niet ver. Ik kon het handschrift niet goed lezen en er waren weinig aanwijzingen waar ik het zoeken moest. Er was een link met de NS, maar daar kwam ik niet verder. Ook stond er een stempel in het boek: een boekhandel uit Zwolle. Grote kans dus dat de familie uit die regio kwam. Maar of zij daar nog steeds, na al die jaren, wonen? Dat was niet te vinden. Dus ook daar kon ik niet vanuit gaan. 

Social media

De beste kans om de familie te vinden was de kracht van social media inzetten. Dus maakte ik een foto vanher boek en van de weinige aanwijzingen die ik had (briefje, stempel van de boekhandel) en plaatste die, samen met een persoonlijk bericht, op Facebook.

Ik koos bewust voor Facebook vanwege de doelgroep: een iets ouder publiek dan andere sociale media, tot delen bereid en veelal geïnteresseerd in dit soort verhalen. Ook kon ik met Facebook mensen benaderen die een link met het verhaal zouden kunnen hebben: boekenliefhebbers, kenners van de Tweede Wereldoorlog en mensen (en media) uit Zwolle. 

Afwachten en aanjagen

Toen het bericht was geplaatst was het afwachten. Zou het plan werken? Nou ja, afwachten… met behulp van onze eigen monitoring tools hield ik in de gaten wat er gebeurde. Hoe zou het bericht zich verspreiden? Wat zijn veelgebruikte termen in conversaties over dit bericht? Wie ontpopten zich als belangrijke influencers? Zo kon ik het bericht niet alleen volgen, maar ook de verspreiding ervan verder aanjagen. Met succes.

Het bericht werd steeds ‘groter’ in de regio Zwolle. De eerste media pikten het op en toen ging het heel snel: werd het bericht de eerste dagen nog enkele tientallen keren per dag gedeeld, opeens schoot het bereik omhoog. Met behulp van de ‘crowd’ en de media kwamen we op het spoor van de familie van de ‘briefschrijvers’. Mensen zochten in universiteitsbibliotheken, bij kenniscentra Tweede Wereldoorlog, zelfs uit Oostenrijk kwamen berichten over mensen die in documenten zochten naar aanwijzingen. 

Mediatraining

Naast veel priveberichten via social media, ontving ik ook veel telefoontjes van ‘reguliere’ media. Van De Stentor tot aan ‘De Beste Social Media’ en RTV Oost vroegen mij alles over mijn zoektocht. Gelukkig zijn wij altijd voorbereid op mediavragen en was ik voorbereid. Het doel bleef duidelijk: ik wilde de familie vinden. Het was niet in mijn belang om zelf bekendheid te krijgen hierdoor, noch om veel persoonlijke informatie over de familie in het openbaar te gooien. Als woordvoerder moet je altijd alle belangen afwegen, op korte en lange termijn. Ik wilde die familie natuurlijk geen schade berokkenen. En ik wist op dat moment ook niet precies wat het verhaal achter het briefje was.

Gevonden

Opeens hadden we beet: meerdere aanwijzingen wezen naar dezelfde familie. De kleindochter en kleinzoon werden onder het bericht getand en belden mij. Na wat controles bleek het waar: het briefje bleek van hun opa te komen. Een mooi moment, want de familie wist niet van het bestaan af. De opa en oma zijn inmiddels overleden, dus het was een verrassing dat de familie opeens een brief van hun hand onder ogen kreeg. Het boek heb ik persoonlijk overhandigd, de familie is blij en het boek is terug waar het hoort. 

Een succesvolle campagne, bestaande uit targeting, inzetten van de kracht van social media, reguliere media en continue monitoring en bijsturen leidde tot het gewenste effect. En hoe! 

Nu op Twitter