>>Mediarelaties in de VS: verschillen en gelijken...

Mediarelaties in de VS: verschillen en gelijkenissen

22-11-2018 | Gastblog

Mediarelaties in de VS: verschillen en gelijkenissen

Wat noodzakelijk is voor succesvolle mediarelaties in de Verenigde Staten is iets waar de communicatie managers van Europese bedrijven zich nog wel eens op willen verkijken. Is het plaatsen van een verhaal in Quartz, VentureBeat of Fortune werkelijk zo verschillend als succes met mediarelaties in Nederland? Het antwoord op de vraag is genuanceerd. Laten we van start gaan met een blik op iets dat alvast gelijkelijk geldt in de VS én in Nederland: Journalisten willen nieuwswaarde.

Gelijkenis: De nood aan nieuwswaarde
Het lijkt misschien op het intrappen van een open deur, maar zonder nieuwswaarde zal media een bericht niet oppikken. Maar wat maakt nu precies ‘nieuws’? Daar bestaan verschillende modellen voor. De communicatiewetenschapper Dennis L. Wilcox ontdekte dat een verhaal nieuws is als het ten minste een van de volgende kenmerken bevat: de bron van het nieuws is prominent (prominence), er is een grote impact van het nieuwsfeit (significance), je doet iets voor de eerste keer (newness), je doet iets dat zeer ongewoon is (unusualness), de feiten gebeuren vlak bij de deur (proximity), twee partijen botsen met elkaar (conflict), het verhaal raakt aan iets dat actueel is (timeliness) of er is een menselijk verhaal (human interest). Hoe meer van deze knoppen je kunt indrukken, hoe meer kans op succes je hebt om je verhaal opgepikt te zien door de media.

Deze wetmatigheden, welk model van ‘nieuwswaarde’ je ook hanteert want die modellen komen heus allemaal neer op dezelfde kern, gelden onverkort voor zowel de Nederlandse als de Amerikaanse markt. In dit antwoord op Quora maak ik trouwens nog andere aanbevelingen om jezelf te leren denken als een journalist wanneer je in het communicatievak actief bent. Wie nu denkt dat hiermee de kous af is, vergist zich evenwel.

Verschilpunt 1: meer nood aan proof points
Het klopt dat nieuwswaarde een gelijke betekenis heeft aan beide kanten van de Atlantische Oceaan, maar de Amerikaanse markt is natuurlijk veel groter dan de Nederlandse. Er bestaat dus een grote nood om een pitch van een verhaal met harde proof points kracht bij te zetten. Om in de conceptuele taal van de ‘nieuwsknoppen’ te blijven: wanneer je een verhaal pitcht op de Amerikaanse markt, zul je jezelf vaak verplicht zien enkele extra knoppen in te drukken of ten minste enkele knoppen harder in te drukken. Dit betekent zeer concreet dat een verhaal op de Amerikaanse vaak niet even snel ‘fit for print’ zal zijn als op de Nederlandse markt. Een aankondiging van een nieuw initiatief bijvoorbeeld (een nieuw product, dienst, partnership, enz.) maakt weinig kans op succes als er geen harde, overtuigende cijfers voorhanden zijn om het verhaal te schragen (investering van x dollars, kapitaal ophaling van x dollars, x marktaandeel verworven in afgelopen jaar, enz.). Op dat vlak ligt de lat dus best wel hoger dan wanneer je de telefoon opneemt om de redacteur van een Nederlandse of Vlaamse redactie te contacteren. Trouwens, op de Amerikaanse markt zul je zelden iemand telefonisch contacteren, wat ons bij het volgende punt brengt.

Verschilpunt 2: Minder persoonlijk contact
Een grotere markt betekent dat journalisten heel wat meer voorstellen te verwerken krijgen. Even een telefoontje plegen naar een journalist van een nationale mediatitel om je verhaal uit de doeken te doen, hoort er zeker niet bij. Dit betekent dat het pitchen van verhalen altijd (en enkel) via e-mail dient te gebeuren. Ook het pitchen van journalisten via sociale media (tenzij ze expliciet aangeven daarvoor open te staan) is not done. Dit verandert weinig aan het inhoudelijke werk, maar betekent wel dat de communicatiemanager wanneer hij of zij successen wil bereiken op de Amerikaanse markt, niet enkel van de PR professional die deze taak toebedeeld krijgt, moet verwachten dat die het goed kan zeggen, maar eerst en vooral dat die het goed - in feilloos Amerikaans Engels - kan schrijven.

Deze bijdrage werd geschreven door Jo Detavernier, APR, SCMP - VP en Partner van Swyft, onze Amerikaanse partner uit het internationale netwerk First PR Alliance.

Nu op Twitter